Griep

4 februari 2016

Mijn vijfjarige zoon en ik hebben griep. De griep gaat in golfbewegingen. Op de momenten dat de griep minder hevig voelt hebben we het over stekeldino’s en olifanten. En over wat fijner is: over je buik of over je oor gekriebeld worden.
Op de momenten dat de griep heviger voelt jammert mijn zoon: ‘Gaat dit óóit nog over?’

We eten een mandarijntje.
‘Kan je vertellen van toen ik baby was?’ vraagt hij traag.
Dat doe ik. Halverwege vallen we in slaap.
Ik droom dat er allemaal mensen naar me toe komen die me willen vertellen wat je moet doen als je ziek bent en er allemaal mensen naar je toe komen. Het heeft iets met een abonnementsvorm te maken. Ene Edward komt op me toe gesneld, zijn hand uitgestoken, ik heb hem nog nooit van mijn leven gezien, maar hij is het hoofd van de afdeling Pediatrics. Ook een zekere tante Frude bemoeit zich met me. Ik word misselijk wakker.

‘Wil je een snoepje?’ vraag ik aan mijn zoon. Hij gaat ze halen uit de keuken.
‘Hou je van spekkies?’ vraagt hij aan mij.
‘Nee,’ zeg ik.
‘Dan vind je deze ook niet lekker.’

Ik ril. De hand van mijn zoon is heel warm, als een soort warmhoudplaatje. Ik denk aan hoe ik vroeger tegen de verwarming boeken las, de ribbels tegen mijn wollen vest.
‘Zullen we nu weer gaan slapen?’ vraagt mijn zoon.
‘Ja,’ zeg ik.
‘Wij willen echt vaak hetzelfde,’ zegt hij.

Vlak voordat ik in slaap val denk ik: ik mag best ziek zijn, ik heb toch geen opdracht deze week. Dan droom ik dat ik achterop zit bij een jongen die zegt: ‘Ik vind het altijd moeilijk om de juiste toon aan te slaan bij mensen.’ ‘Ja,’ zeg ik tegen hem, ‘maar dat komt gewoon doordat je zo’n heel bosje met van die lange waslabels uit je T-shirt hebt hangen.’

Als ik wakker word kijk ik naar het gezicht van mijn zoon. Hij heeft een littekentje van de waterpokken in zijn hals, en een schram bij zijn wenkbrauw van het voetballen op het schoolplein. Hij heeft heel lichte haartjes boven zijn lip, ik probeer me hem voor te stellen als hij zestien of zeventien is. Dat hij dan gaat blowen in het open raam en appjes versturen vanaf zijn brommer en andere dingen gaat doen vergeleken waarbij griep heel onschuldig en ongevaarlijk is. Gelukkig val ik snel weer in slaap.

 

 

 

Hier hadden mijn zoon en ik het over God.
Foto: Sri Lanka, 2013


Reacties

  • Dat kan zo maar meevallen hoor, al die ‘gevaarlijke dingen’ op zijn 17e!

    • Ja, Monique? Oké. We zullen zien 😉 Dank voor je reactie.

  • Superfijn heerlijk ‘stukje’.

    • yes! dank je, leentje.

Geef een reactie