Bij de apotheek stond een oude vrouw voor me. Haar man zat op een stoeltje tegen de muur. Ze zagen er gerimpeld maar gezond uit, alsof ze net terug waren van een week zeilen.
Het meisje achter de balie was jong. Ze gaf de vrouw een papieren zak met medicijnen.
‘Voor meneer geen medicijnen?’ vroeg ze, verwonderd bijna, alsof iemand die zo oud is niet zonder kan.
‘Nee hoor’, antwoordde de man met een lichte stem.
Zijn vrouw draaide zich naar hem om.
‘Sure?’ vroeg ze. Ik voelde een klein schokje.
De man knikte. Hij stond op en gaf haar een arm.
Met de papieren zak in haar ene hand en haar andere lichtjes op zijn onderarm liep de dame naar buiten.
Sindsdien hoef ik bij het woordje ‘sure’ niet langer te denken aan Amsterdamse rappers en Dinand Woesthoff die zichzelf in een tijdschrift een mooie man noemt, maar aan een oudere dame die samen met haar jeugdliefde over de Friese meren heeft gevaren.
‘Sure’ is een prachtig woord geworden.
Illustratie: Monice Janson