Vroeger wilde Hans Engelbrecht dierenarts of bioloog worden, maar hij hield te veel van buiten zijn om te studeren. Hij werd hovenier.
Fotograaf Joke Schut en ik maakten een portret van hem voor Uitagenda Rotterdam.
Je leest mijn interview met hem hieronder, en hier.
Hans Engelbrecht (47), ecologisch hovenier
‘In Nederland houden we van natuur die binnen de lijntjes blijft: alles moet strak of alles moet plat. Maar verlepte bladeren, manshoge distels en uitgebloeide bloemen horen net zo goed bij de natuur, die hebben hun eigen schoonheid. Bovendien: als je niet alles kaal maakt, blijft er plek voor een muis die een nest wil bouwen, of voor de pop van een vlinder; in een omgewaaide boom kan een specht huizen. In de tuin van het Nieuwe Instituut heb ik takkenrillen gemaakt: een soort bossages van de takken van gesnoeide bomen. Daartussen kun je weer nieuwe planten zaaien, of klimplanten zetten.
Ik hou van verfijnde plantsoorten, zoals grasklokjes, wilde orchidee en ogentroost, maar ook van ‘lompere’ soorten, zoals waterzuring, wat hier in de vijver van het museum groeit, rabarber en groot hoefblad.
Soms werk ik met grove hulpmiddelen – een graafmachine, een bladblazer, en tot vier jaar terug had ik Max, mijn trekpaard, waar ik veel mee werkte. De kunst is om hiermee juist subtiele, organische vormen te maken. Ik zorg er altijd voor dat een tuin eruitziet alsof de natuur er zijn eigen gang is gegaan, alsof hij niet door mij wordt onderhouden.
Vroeger wilde ik dierenarts of bioloog worden, maar ik hield te veel van buiten zijn om te studeren. Soms moet ik wel binnen zitten – bijvoorbeeld als ik mijn administratie moet doen. Toevallig heb ik laatst een appje ontdekt waarmee je snel facturen kunt versturen. Da’s mooi, want des te eerder sta ik weer buiten.’