Voor een reclamecampagne van de Bibliotheek Rotterdam interview ik biebbezoekers.
Alfred Wondolleck is 76. ‘Ik merk dat ik ouder word. Mijn zicht is niet meer wat het was. En ik loop op het moment slecht. Maar: je moet in beweging blijven. Dat is het geheim.’
In samenwerking met Stof Rotterdam
Interview Alfred Wondolleck (76), Nieuwe Westen
‘Albertien en ik hielden van reizen, onze laatste reis was naar IJsland, we bezochten graag musea en we deelden de liefde voor lezen. Ik heb nog een boekenkast vol boeken van haar staan. Albertien was een echt Hollands meisje, maar haar ouders woonden lange tijd in voormalig Indië. We lazen allebei graag boeken over die periode, zoals Oeroeg, van Hella Haasse, en Indische duinen, van Adriaan van Dis.
Ongevraagd advies
Ik kom graag in de bieb. Ik vind het een aangename plaats. In de krantenhoek lees ik de Frankfurter Allgemeine, The Times, soms Le Monde. Ik volg het nieuws van de dag, en ik vind ruimtevaart en archeologie interessant. En kunst: mijn hart ligt bij Jan Steen, Frans Hals en Jheronimus Bosch. Boeken over die onderwerpen zoek ik ook op in de bieb, ik leen ze niet, maar bestudeer ze ter plekke.
Verder maak ik graag een praatje met mensen. Dan kijk ik over iemands schouder mee naar wat diegene aan het lezen is en geef ongevraagd advies. Sommigen denken: waar bemoeit die man zich mee? Maar bijna altijd levert het leuke reacties en contacten op.
Valcursus
Ik merk dat ik ouder word. Mijn zicht is niet meer wat het was. Als de letters te priegelig zijn, laat ik het boek liggen, of ik neem een grootletterboek. En ik loop op het moment slecht. Maar: je moet in beweging blijven. Dat is het geheim. Ik ga nog steeds op stap. Naar de bieb. Naar de valcursus. Daar zit ook een echtpaar op, hij is 94, zij is 87. En verder veel van die charmante, bijdehande dames van eind zeventig. Gezellig, hoor. Mensen denken vaak dat ik een reuzevrouwenversierder ben, maar dat is niet waar. Ik ben 34 jaar gelukkig geweest met Albertien. Aan de andere kant: ik ben een optimistisch mens, je weet nooit hoe het leven loopt.’