Heuveltjes trotseren

4 oktober 2013

‘Ga je mee de Hogeveluweloop lopen?’ vroeg Tessa.
Ik zag rulle duinen voor me, bezaaid met dorre dennenappels en afgewaaide boomtakken. Ook zag ik mezelf voor me en hoe ik met een steeds roder wordend hoofd met peuterpasjes tegen zo’n duin op klom, telkens wegzakkend in kuilen die everzwijnen daar ’s nachts hadden gemaakt.

‘Ik denk er even over na,’ zei ik.
Snel stuurde ik een mail naar de organisatie:
‘Is het parcours geasfalteerd?’

Diezelfde dag nog kreeg ik antwoord:
‘De route loopt veelal over de verharde wegen. Hier en daar is er wel een heuveltje te trotseren.’

Het woord ‘veelal’ vond ik al heel mooi gekozen, maar bij de tweede zin gaf ik me gewonnen. ‘Een heuveltje trotseren’ klonk een stuk makkelijker en charmanter dan hoe ik het in mijn hoofd had.
Nu zag ik voor me hoe ik rechtop, licht en fier, met wapperende haren en hoog opgetrokken benen, de heuvels op rende.

Zolang ze de juiste woorden kiezen, ben ik zelfs bereid een halve marathon te lopen.

Ik belde Tessa en zei ja.

 

 

 

Deze blogs gaan ook over hardlopen: deze, en deze.  En deze.
Afbeelding © monicejanson.nl
Wil je onze illublogs volgen? Dat kan via www.facebook.com/illublog

 

 

 


Reacties

Geef een reactie