Miskoop

17 september 2013

‘Vind jij deze nou ordi of leuk?’ vroeg ik aan een vrouw die ook in de Sacha bij maat 37 stond. Ik wilde geld uitgeven maar wel kritisch blijven.

We bekeken samen een sandaal die bestond uit een zool met een gouden rand en een heleboel leren bandjes met goudkleurige gespjes. Twee meter van ons vandaan keken een verkoper en een verkoopster toe.

 

De vrouw hield de sandaal die misschien ordinair was naast mijn gezicht.

‘Nee hoor, deze zijn leuk,’ zei ze, ‘jij bent een goudtype, dus je kunt het prima hebben.’

‘O, wat gaaf, dit,’ kirde het verkopersmeisje tegen haar collega. Hij zei niks terug.

 

 

‘Er is wel kleurverschil met de schoen die achter ligt,’ zei de jongen toen ik even later met de rechtersandaal bij de kassa stond. ‘Ik zal ’m even halen.’

Het kleurverschil was enorm.

‘Maar als je die linker een week in de zon zet, ziet-ie er hetzelfde uit,’ zei hij. Het klonk alsof hij die zin al vaker had gezegd.

‘Dus het zijn gewoon slechte schoenen?’ vroeg ik, meer voor de vorm, want ik ging ze hoe dan ook kopen.

Ik kreeg ze voor de helft van de prijs.

 

Eenmaal thuis vond ik ze toch ordi. Ik wilde graag iemand de schuld geven en bedacht dat de vrouw die ik het had gevraagd zelf een beetje ordinair was. Maar misschien moest ik er gewoon aan wennen.

Ik zette de linkersandaal in een hoekje van de vensterbank. De rechter stopte ik in een plastic zak waarin ook een T-shirt zat in een kleur die me niet stond en een schoudertas die niet fijn droeg.

 

In de dagen die volgden keek ik regelmatig naar de sandaal. Af en toe draaide ik hem, zodat hij van alle kanten licht kreeg. Maar het wende niet.

Na een week vroeg mijn vriend: ‘Wat is nou eigenlijk de bedoeling van die slipper?’

‘Geen,’ zei ik, en ik pakte de sandaal van de vensterbank en stopte hem vlug in de plastic zak.


Reacties

  • Heel erg ordi. Gelukkig was er dat kleurverschil 🙂

Geef een reactie