Dit is de eerste zin die ik schrijf sinds maandag 7 december. Daar hoeven we verder niet dramatisch over te doen, maar voor een tekstschrijver is het raar, 168 dagen niet schrijven.
Het komt allemaal door dokter 1. Op maandag 7 december om 13.35 uur zegt dokter 1, zijn ogen helderblauw boven zijn mondkapje: ‘Ik heb dit ook niet eerder meegemaakt. Ik weet even niet wat ik moet zeggen. Ik ben op de maand af even oud als jij.’
Een week later buigt dokter 2 zich over de tafel naar voren. Even lijkt het alsof ze mijn handen wil vastpakken. Dan gaat ze weer rechtop zitten, en zegt wat ze te zeggen heeft.
Op de dag voor Kerst vertelt dokter 3 over statistieken, cijfers en prognoses. Daar heb ik hem zelf naar gevraagd, maar terwijl hij praat kijk ik naar zijn schoenen. Grijze sneakers.
Dan.
‘Ik vind naalden eng,’ zeg ik tegen de radioloog die de eerste scan maakt.
‘Wat vind je er precies eng aan?’
‘Alles.’
Op de gang loopt een verpleegkundige voorbij. Hij steekt zijn hoofd om de deur en vraagt: ‘Gaat het allemaal goed, hierzo?’
‘Ja,’ zeg ik, ‘maar ik vind het allemaal superklote.’
‘Tja,’ zegt de man, ‘dat is het ook. Maar ja. We zullen het ermee moeten doen.’ En hij loopt neuriënd verder.
Ik kan alleen maar denken in clichés, app ik naar een vriendin. ‘Roes’, ‘nachtmerrie’ en ‘dit gaat niet over mij’.
Ik ga de stad in, ik speur naar mooie dingen, liefst oudroze, misschien iets van schapenwol of keramiek ofzo. Maar ik kan niets vinden.
Ik neem me voor de ‘waarom’-vraag niet te stellen, maar ik wil tegen lantaarnpalen schoppen en wanneer ik een dikke grauwe man op de hoek van de straat zie roken denk ik: word jij effe lekker ziek in plaats van ik.
Wekenlang komen er kaarten, bloemen, boeken, een red velvet-taart, een puzzel van duizend stukjes, een plant in een okergele pot, nog meer bloemen, nog meer kaarten, een cd met cellomuziek. Op een dag stopt er géén DHL-busje of postbode bij ons huis. Mijn dochter zegt verontwaardigd: ‘We hebben niks gehad, vandaag.’
Mijn vriend wordt gebeld.
‘Ja, zijn gangetje,’ zegt hij tegen de kennis.
‘Dat vond ik echt een van je beste grappen,’ zeg ik later.
Ik droom dat iemand een kalender heeft gemaakt, met elke maand zijn eigen ziekte. Die van mij komt meteen in januari, leuk, want dan ben ik ook jarig, en is verbeeld als een grote granieten Ayers Rock-achtige berg; niet tegenop te klimmen. ‘Boeien,’ denk ik in mijn droom, ‘dan loop je er toch gewoon omheen?’
‘O, meid,’ zegt de verpleegkundige van de bloedprikpoli, ‘en dan is het ook nog corona!’
Ik app met spelfouten.
De buren van verderop in de straat lopen voorbij, hand in hand. 85 en 86 zijn ze. Ik wend mijn hoofd af.
‘Wat voor werk deed je?’ vraagt de radioloog van de tweede scan, voordat hij me de scanner in schuift. Ik kijk naar de woorden PHILIPS op het scanapparaat, ze zijn afgebladderd.
‘Ik ben tekstschrijver’, zeg ik, met de nadruk op ‘ben.’
‘Dat lijkt me zulk mooi werk,’ zegt de radioloog, ‘dat je de goede woorden weet te vinden.’
Ik zoek naar taal die me kan redden, maar ik vind alleen boeken en artikelen over heldendom, stralend optimisme en overwinnaars.
Op Instagram schrijft iemand: ‘Het leven is een schilderij waarvan je zelf de kleuren bedenkt’. Ik ontvolg haar.
Ik probeer me de ziekte voor te stellen als een klein groen draakje dat per ongeluk in mij verdwaald is. Soms als ik ’s nachts wakker lig leg ik mijn hand op mijn buik en zeg in gedachten tegen het draakje: ‘Ga maar lekker terug naar huis, joh’ – op de een of andere manier altijd met een Rotterdams accent.
‘Denk je er wel eens niet aan?’ vraagt iemand.
‘Alleen als ik een Netflixserie kijk,’ zeg ik, ‘een heel enge.’
‘Ik ga nu echt niet ineens bungeejumpen of in de Baron,’ zeg ik op een middag kwaaiig tegen mijn vriend, en ik vraag aan mijn dochter: ‘Wat zou jij willen doen?’
‘Naar de McDrive,’ zegt ze zonder aarzelen, ‘en dan op de parkeerplaats in de auto eten.’
Dat doen we.
Ergens lees ik het woord ‘toekomstrouw’. Ja, denk ik, dat. De hele wereld nog zien, Perzisch studeren, mijn kinderen meemaken. Gewoon: erbij zijn.
Ik koop een oudroze trui en kijk lang naar de bloesem van het perenboompje in de voortuin.
Op Koningsdag zegt mijn vriend: ‘Ik kan vandaag niet tegen gezelligheid. Dat iedereen zo frank en vrij is.’
‘Je moet papa nog wel even uitleggen hoe je oogpleisters bij de apotheek bestelt,’ zegt mijn zoon.
Ik zaai goudsbloemen en geef de frambozenplantjes water. Er komt een brief van de verzekering, ik aai de kat, haar vacht ruikt naar honing. Ik maak Marokkaanse citroenkip die twee uur moet stoven. In de achtertuin springen mijn kinderen op de trampoline, later doen ze busje-trap in de straat en kijken we Jeugdjournaal. Het voelt als een normale dag. Heel even.
Beeld ‘The Future’ © Janne Schra
Gisteren was je afscheid.
Ik had Morphine op repeat erna.
Ik zie nu veel gelijkenissen buiten onze zonen en leeftijd om.
Jij verwoordt hoe het omgaan met ziekte voelt. Altijd glashard aanwezig en soms een flard van een normaal leven tussendoor.
Lieve Laura ik had je graag beter leren kennen. Liefs. Rivka
Gisteren was je afscheid. Ik heb Morphine wel 10 x gedraaid erna. Ik verwonder mij over het feit dat ik nu zoveel gelijkenissen zie. Ik zei tegen Ezra zo zie je maar dat ouders van je vrienden ook weer een link hebben. Ik heb veel ziekte meegemaakt in mijn omgeving. Jij verwoordt hoe dat voelt.. dat ebt niet weg dat is altijd glashard aanwezig. Ik had je graag beter leren kennen. Liefs. Rivka
Damn Laura. Ik zie dit nu pas.
De goede woorden, jij vindt ze. Zelfs voor dit.
Ik omhels je zonder woorden. Met veel hartjes.
He laura! We sporten weleens samen, heb je tijdje geleden nog gezien. Je zag er fit uit en we hebben een beetje gegrapt alsof alles ‘normaal’ is, niet wetende wat je meemaakte op dat moment… woorden schieten tekort, ik kan alleen zeggen oneerlijk en klotezooi. Ik wens je enorm veel kracht de komende tijd en sterkte, je bent op zijn rotterdams gezegd een topwijf!
Lees net je verhaal. En nog eens. En nog eens….. En nog eens…… x
Lieve Laura,
Prachtig geschreven. Wat een woordkunstenaar ben jij.
Alle liefs,
De realiteit geeft de ernst van jouw leven weer. Het kan iedereen gebeuren. Zomaar ziek worden. Woorden zijn jou gegeven om het voor anderen draaglijk te maken. Wat een kracht! Liefs en moed.
Prachtig geschreven. Je BENT een geweldige tekstschrijver.
Lieve Laura,
Het raakt me in alles. Net als toen ik het hoorde van Josien. Kan niet waar zijn was mijn eerste gedachte..
Jij en je gezin zijn vaak in mijn gedachten❤
Ben diep geraakt door je tekst. Moet er van huilen maar voel mij ook trots op mijn dochter die woorden kan vinden voor wat ze meemaakt!
Liefs Jenny
Een paar woorden die heel veel zeggen. Indrukwekkend.
Het nieuwe normaal.
Welgemeende, lieve en bemoedigende reacties op je vanuit je hart gevonden prachtige woorden.
Om ‘groos’ op te zijn.
Jee Laura, wat een ijzersterk stuk, het heeft me diep geraakt. Blijf schrijven! Oud roze zal voor mij nooit meer hetzelfde zijn. Liefs X
Dit raakt je, je weet de kern van je afwezigheid duidelijk te maken zonder dramatische woorden of taferelen. Laat ik je de kracht en moed toewensen om de toekomst aan te kunnen en een spoedig herstel.
Mooi geschreven Laura. Sterkte de komende tijd!
<3
Wat fijn dat je weer kunt schrijven.
En de woorden vindt.
Zoals alleen jij dat kunt.
Alles gezegd.
En het onnoembare niet.
Ik zou je willen omwikkelen met oudroze warmte.
liefs, Erika
Jeetje Laura, dit komt ook bij mij hard aan. Sterkte met het draakje dat zich gedraagt als een enorm groot rotbeest. Was ksssst zeggen maar genoeg….
Laura,
Ik ken je niet maar volg je graag. Wat een prachtig beschreven niet te beschrijven verpletterend nieuws. Omdat ik geen beter woord kan vinden: sterkte.
Jezus, Laura. Ben even heel stil. Wat kán je zeggen? Het is niet eerlijk – nee, dat is het nooit. En al helemaal niet voor iemand die nog zo jong is als jij. Ik kan je alleen maar heel veel kracht en heel veel liefde wensen.
Och nee!
Niet het normale amusante doch leerzame stukje. Fuck. Wel mooi.
Ik ben er stil van.
De werkelijkheid is zo rauw, je woorden zo prachtig. Ik ben er stil van.
Prachtig, schrijnend, hartverscheurend. Ik gun je nog heel veel normale dagen. Met oogpleisters en de McDrive. Veel liefs
♥️
Ik ben er stil van met kippenvel. Zonder dat je het benoemt denk ik dat ik het begrijp. Ongelooflijk.
Lieve Laura,
Wat kun jij goed schrijven! Je laat de lezer op het puntje van zijn stoel zitten, je grijpt hem bij zijn lurven. Net als Ine zat ik te wachten op de goede afloop.
Je schrijft niet-larmoyant, laconiek bijna, alsof je het de lezer niet te zwaar wilt maken. Mooi, die details.
Enfin. Ik hoop dat er nog veel normale dagen volgen en dat je nog veel van die prachtige teksten zult schrijven. Sla ons er maar mee om de oren.
Lieve Laura
Ik dacht, wat fijn bericht van Laura. Ik lees en ik lees wachtend op misschien die hoopvolle wending
Maar die komt niet
Godverdomme inderdaad. Alle andere woorden zijn banaal en triviaal
Laura blijf schrijven blijf
Godverdomme, Laura.
Wat een mooi stuk! Dat beeld dat de radioloog over je beroep heeft maak jij waar
Precies dat voelde ik ook.
Heel veel sterkte, Laura!