Schrijf lekker passief

(bijvoorbeeld als iemand een rommelig huis heeft)

Actieve zinnen lezen prettiger dan passieve zinnen. Want actieve zinnen maken je tekst kort en krachtig. Dat vindt, nou ja, iedereen, lees maar hier en hier en hier.

Actieve zin versus passieve zin
Een actieve zin is: ‘We moeten iets doen’. Dat klinkt lekker concreet. En dichtbij.
Een passieve zin is: ‘Er moet iets gedaan worden.’ Maar door wie? denk je als lezer. Klinkt afstandelijk.

Toch mag je soms best een passieve zin gebruiken. Kijk maar.

1. Als je niet weet wie het gedaan heeft
‘Er is ingebroken’ is een passieve zin. Maar probeer er maar eens een actieve zin van te maken: ‘Inbrekers hebben ingebroken.’ Ja, duh.
Of: ‘Mensen, tenminste, we denken dat het mensen waren, hebben ingebroken.’
Weet je echt niet wie het gedaan heeft? Gebruik dan lekker een passieve zin.

2. Als je afstand wilt houden
Wil je expres afstand houden in je zin? Dan werkt een passieve zin perfect.
‘Er wordt veel gehuild in dit huis.’
Au.

3. Als iets officieel is
Nog een reden om af en toe een passieve zin te gebruiken: wanneer je wilt benadrukken dat het om iets officieels, iets beleidsmatigs, gaat.
Vraag: ‘Heb je geen last van het vliegveld zo dichtbij?’
Antwoord: ‘Nee, want er wordt niet meer gevlogen na tien uur ’s avonds.’
Dat klinkt een stuk officiëler dan: ‘Nee, want ze vliegen niet meer na tienen.’

4. Als je iemand niet te erg wilt beledigen 
‘Zo,’ zegt een vriendin die onze woonkamer binnen stapt. ‘Nou, hier wordt in elk geval geleefd.’
‘Oké,’ zeg ik. ‘Je wordt bedankt.’

 

Oké, dus: gebruik vooral soms een passieve zin.

 

 

 

Hier een blog over mijn kapper: ‘Nu is je haar helemaal kapot en dood’ en hier eentje over de ober: ‘Als je iets zachts voelt, dan ben ik dat.’

Nieuwsgierig naar de nieuwsbrief waar het stuk over passieve zinnen in staat? Hier lees je ’m.

 

Foto © Peter de Krom


Geef een reactie