‘Wil je een keer over leestekens schrijven?’ vroeg mijn zusje. Hierbij deel I in de serie Kommageneuzel: het gebruik van uitroeptekens, dubbele punten, puntkomma’s en het gedachtestreepje.
!
Ik had vroeger een mobiele telefoon waarmee je om raadselachtige redenen alleen in hoofdletters kon sms’en. Daardoor kwam ik veel dwingender over dan ik bedoelde.
Uitroeptekens hebben bijna altijd hetzelfde effect. Je gebruikt ze meestal uit enthousiasme, of om te overtuigen. Maar dat enthousiaste of overtuigende zit als het goed is al in je tekst. Met als gevolg dat je door je uitroeptekens ADHD’ig of dwingelanderig overkomt. Zeker in zakelijke teksten kun je daarom beter gematigd zijn met uitroeptekens.
Gek genoeg verwacht je bij sommige zinnetjes juist wél een uitroepteken. Als iemand bijvoorbeeld per mail op je voorstel reageert met: ‘Leuk.’ in plaats van met ‘Leuk!’ kun je toch even aarzelen of diegene het wel echt leuk vindt. Maar dat ligt misschien aan mij hoor!!!
:
Na een dubbele punt volgt een opsomming, conclusie, uitleg of citaat.
Bijvoorbeeld, opsommend: Ik ga op reis en ik neem mee: een tandenborstel, een koffer, een handdoek.
Of, concluderend: Kortom: zo zit het. Of: Conclusie: acht uur slaap wordt overschat.
Of, uitleggend: Cupcakes maken doe je zo: koop een pak cupcakemeel, giet er melk bij, en mik alles in de oven.
Of, citerend: Jules Deelder zegt: ‘Hoe langer je leeft, hoe korter het duurt.’ (Alleen gebruikt hij daar geen leestekens bij, maar goed, hij is Jules Deelder en dichter.)
;
De puntkomma is een beetje tricky, want al lijkt hij voor de helft op de dubbele punt, hij werkt anders.
Allereerst: je kunt hem niet gebruiken voor een conclusie, uitleg of citaat, maar wel bij een opsomming. Maar dan alleen binnen de opsomming zelf.
Dus zo: Ik ga op reis en ik neem mee: een tandenborstel; een koffer; een handdoek;zonnebrandcrème; een vliegticket; mijn valutaportemonnee. Bij lange opsommingen werkt een puntkomma hier vaak overzichtelijker dan wanneer je een komma zet tussen de verschillende dingen die je meeneemt op reis. Een puntkomma lijkt qua beeld ook meer op een ‘hekje’ tussen de woorden dan een komma. Je kunt er ook een rijtje onder elkaar van maken, dus dat je na elke puntkomma op een nieuwe regel begint.
Verder kun je een puntkomma ook midden in een zin gebruiken, tussen de eerste en de tweede helft van die zin. Hiermee laat je zien dat er een sterk verband is tussen de twee helften. Je kunt controleren of er inderdaad zo’n sterk verband is door in plaats van de puntkomma ‘want’ te zetten. Bijvoorbeeld: Mijn zusje ging vroeg weg van huis; ze wilde eindelijk eens op tijd komen.
–
Eén functie van de gedachtestreep (zo’n lange, die je maakt met de code Alt0150) is om extra lading te geven aan het deel van de tekst dat erachter volgt. Zoals: ‘Hij naderde de finish – en struikelde over een stoeptegel.’ Die stoeptegel is met een gedachtestreep een groter struikelblok dan als er had gestaan: ‘Hij naderde de finish, en struikelde over een stoeptegel.’ Ander voorbeeld: ‘Ik hou van koffie – maar alleen met heel veel melk erin.’ Dus dat we niet denken dat we met een espresso bij je kunnen aankomen.
Een tweede functie van de gedachtestreep is een soort ‘o, trouwens’-betekenis. Bijvoorbeeld: ‘Het was heel mooi weer – waar ik altijd erg van opknap – en toen won ik ook nog de loterij.’ Een alternatief is dat je hiervoor haakjes of komma’s gebruikt, maar dan heeft het minder nadruk dan wanneer je een gedachtestreep gebruikt. Vergelijk deze zin: ‘Ik begon met sporten, en dat was niet voor het eerst’ met de zin: ‘Ik begon met sporten – en dat was niet voor het eerst.’ Bij die laatste zin voel je veel sterker dat deze persoon algauw weer elke avond op de bank zat in plaats van te sporten.
Je ziet de gedachtestreep regelmatig in romans maar veel minder in zakelijke teksten. Ik vind het een mooi leesteken. Als je hem nooit gebruikt, moet je het voor de grap maar eens proberen.
Schrijftip 10: gebruik uitroeptekens gematigd.
Hier lees je Kommageneuzel deel II.