Schrijftip #17

Betere teksten met oma Show

‘Show, don’t tell’ is een term uit de narratologie. De gedachte erachter is: als je je lezers wilt meenemen in jouw verhaal, moet je je verhaal laten zien (show) in plaats van het te beschrijven (tell).
(Hou vol, nu wordt het leuk).
Het fenomeen ‘show, don’t tell’ gaat over literaire teksten. Maar het is net zo interessant voor zakelijke teksten.

Allereerst: wat is het verschil tussen show en tell?
Het verschil tussen show en tell leg ik even uit aan de hand van twee familieleden op een verjaardagsfeestje.

Mag ik jullie voorstellen…
Tell is je nerd-neef die op monotone wijze meedeelt wat hij ziet en denkt. Hij houdt van ratio, zaken, feiten – en wint altijd met Triviant.
Neef Tell zegt dingen als:
1) ‘Het is een mooie zomeravond.’
En:
2) ‘De taart smaakt goed.’
En:
3) ‘Ik was boos.’
Show is je oma die jou in geuren en kleuren meeneemt in wat ze nu weer heeft meegemaakt. (Bij oma Show komt er meestal een moment waarop je vraagt: ‘Ja, oma, waar wil je heen?’)
Oma Show zegt dingen als:
1) ‘De krekels krekelden, en we zagen vuurvliegjes, en de rotsen waren nog warm van de zon, en de rook van de barbecue van de buren kringelde over de schutting en pas om tien uur werd het donker.’
En:
2) ‘Kind, ik proef een vleugje framboos en een snufje gember en de slagroom is luchtig als een wolk.’
En:
3) ‘Rode vlekken in mijn nek kreeg ik ervan.’

Verschil in gevoel tussen neef Tell en oma Show
Oma Show schetst de situatie voor je ogen. Hierdoor heb je veel eerder een beeld bij wat ze zegt dan bij neef Tells uitspraken. Bij hem weet je bijvoorbeeld niet wat hij deed toen hij boos was. Gooide hij met borden? Heeft hij drie dagen gezwegen? Bij oma Show weet je hoe haar boosheid eruitzag: die had de vorm van rode vlekken.

En wat moet je hiermee bij je zakelijke teksten?
De meeste zakelijke teksten – een jaarplan, notulen, een mail met een uitnodiging – zijn ‘tell’-teksten. Logisch, want: ze moeten je lezers informeren, ze zijn bedoeld om mededelingen te doen en feiten weer te geven.
Het jammere alleen is dat ze vaak lezen zoals neef Tell praat: een beetje saai. Ze roepen geen beelden op. Hierdoor blijft er een afstand tussen de tekst en je lezers. Die voelen er gewoon niet zo veel bij.

Combineer show en tell
Als je af en toe een ‘show’-zinnetje toevoegt aan je (gebruikelijke) tell-teksten, maak je de sfeer van je tekst beeldender. Hierdoor raakt je lezer meer bij je verhaal betrokken – zelfs als dat verhaal bestaat uit feiten of mededelingen.
Stel, je schrijft: ‘Er was een hoge opkomst’. Geef ons, je lezers, dan ook een beeld van die hoge opkomst. Zoals: ‘We hadden niet genoeg stoelen’, of: ‘Het publiek stond tot in de gang’ of: ‘Ik kon de achterste rij niet zien’.
Je kunt schrijven: ‘Ik heb maanden aan dit ontwerp gewerkt’. Je kunt ook vertellen dat je er op de eerste herfstdag van het jaar mee begon en dat het af was op rokjesdag. Echt, dan zien we je voor onze ogen zwoegen.
Nog een voorbeeld. Je schrijft: ‘Het was een geslaagd openingsfeest’. Oké, denk je dan als lezer, da’s fijn. Maar als je vervolgens ook nog leest: ‘Dat met het kleed komt wel weer goed, denken we’  (echt gebeurd, lees maar hier) , dan wou je als lezer dat je erbij was geweest.

Schrijftip 17: betrek je lezer bij je tekst door meer ‘show’-zinnen te gebruiken

 

Foto: © Ilvy Njiokiktjien
Lees ook over de warmdraai-alinea, en deze schrijftip met Jimi Hendrix in de hoofdrol.


Geef een reactie