Schrijftip #18

Hoe schrijf je cijfers?

Voor veel taalzaken bestaan regels, waar dan weliswaar allerlei uitzonderingen op zijn, zucht, maar toch: regels. Voor de spelling van cijfers zijn er gek genoeg geen officiële regels. Terwijl de schrijfwijze van getallen best bepalend kan zijn voor hoe snel je als lezer een tekst begrijpt.
Stel je even voor dat in bovenstaand stripje niet ‘27’ maar ‘zevenentwintig’ op het blaadje had gestaan. Had je de grap dan net zo snel gesnapt?
Maar een getal in cijfers leest niet altijd sneller dan een uitgeschreven getal. Zo leest ‘258 miljoen stipjes’ sneller dan ‘258.000.000 stipjes’.

Om je toch een richtlijn te geven: hieronder een overzicht van wat de meeste kranten, tijdschriften en uitgeverijen aanhouden (onderling wisselend, dus, maar even samengevat).

Getallen uitschrijven
De volgende getallen schrijf je uit:

  • alle hele getallen tot en met honderd: een, zes, achttien, vierenvijftig, achtennegentig.
  • de honderdtallen en duizendtallen: vierhonderd, negenhonderd, duizend, elfhonderd, zesduizend, tweeëntwintigduizend, honderdduizend.
  • miljoen, miljard, biljoen, en al die nog hogere getallen waarvan toch niemand weet hoeveel nullen ze ook alweer hebben: biljard, triljoen, triljard. Waarbij je een combinatie los van het woord zet. Dus: drie miljoen, zeventien biljoen.

Getallen in cijfers
Afgeleid uit wat hierboven staat over uitschrijven schrijf je dan de volgende getallen in cijfers:
Alle hele getallen vanaf 101: 107, 236, 401, 999, 1123, 9.368.
En verder schrijf je in cijfers:

  • data en jaartallen: 28 april 2017; het jaar 1838, op 15 mei van dit jaar…
  • geldbedragen: € 21,75
  • maten en gewichten. ‘Hij weegt 98 kilo, maar goed, hij is ook heel lang, hè.’
  • wat je maximaal op een snelweg mag rijden, en andere verboden en geboden waarvan het handig is als je ze snel begrijpt: ‘Hier 80 kilometer per uur’
  • huisnummers en telefoonnummers (zie Gummbah-stripje).

Maar: iemands leeftijd dan weer liever uitgeschreven.

Hoe ga je dit onthouden?
Als ik zelf een tekst schrijf, of bijvoorbeeld een roman redigeer, moet ik deze richtlijnen steeds weer opzoeken. Het is gewoon lastig onthouden. Bovendien blijven er altijd lege plekken over. Is het bijvoorbeeld hoofdstuk 6 of hoofdstuk zes? 3.15 uur of kwart over drie? En waarom moet iemands leeftijd dan weer bij voorkeur in letters?
Wat helpt te bedenken: 1) wie zijn je lezers, en 2) wees consequent.

Wie zijn je lezers?
Schrijf je voor cijfervrezige alfamensen of een roman, dan kan je de getallen beter voluit schrijven – zodat ze tenminste nog een beetje op woorden lijken.
Dus: vijftien procent.
Ik kan me voorstellen dat in bedrijven waarin het veel en vaak over getallen gaat, je die getallen juist liever zo veel mogelijk in cijfers zet, zodat je ‘cijfergetrainde’ lezer sneller weet waarover het gaat.
Dus: 15%.

Wees consequent
Verzin desnoods je eigen regels, maar hou je er dan wel aan. Dus als je ‘hoofdstuk zeven’ kiest, wordt het ook ‘hoofdstuk acht’ en niet ‘hoofdstuk 8’.

 

Schrijftip #18: pas je cijferschrijfwijze aan je lezers aan en wees consequent.

Afbeelding © Gummbah
Hier lees je mijn column over cijfers, die ik voorlas op het jubileumfeest van een boekhoudkantoor.

De volgende schrijftip in je inbox ontvangen? Meld je even aan, hier rechtsboven.

 

 


Reacties

  • goed en zeer geestig 🙂 graag gelezen, je column over cijfers.

    • Leuk, Monique, dank voor je reactie!

Geef een reactie