Al achttien jaar werkt Jan (79) elke maandag in de cactuskas van het Arboretum.
Hij verpot cactussen die te groot zijn, wiedt onkruid, en als de zuilcactussen tot de zonwering komen snoeit hij ze.
Bestrijdingsmiddelen maakt hij zelf, met Dreft-met-citroen, water en spiritus. Jan: ‘Vroeger gebruikten we een bestaand middel, maar daarvan ging je achteruit lopen, zo chemisch was dat.’
Portret voor de rubriek ‘Medemogelijkmaker’. Hieronder lees je het.
Foto © Joke Schut
Jan van der Meijde (79), cactusverzorger Arboretum
‘Mijn zwager had cactussen, ik kocht er zelf een, en nog een, en ik ging bij een cactusvereniging. Daar ontmoette ik de voormalige eigenaar van het Arboretum. Hij zocht medewerkers voor zijn cactuskas. Dat was in 2000. Sindsdien ben ik elke maandag hier.
Mijn collega’s en ik verpotten cactussen die te groot zijn, we wieden onkruid en vervangen dode planten. Wanneer de zuilcactussen tot de zonwering komen snoeien we ze, en we verzorgen cactussen die bijvoorbeeld wortelluis of schildluis hebben. Bestrijdingsmiddelen maken we zelf, met Dreft-met-citroen, water en spiritus. Vroeger gebruikten we een bestaand middel, maar daarvan ging je achteruit lopen, zo chemisch was dat.
In deze kas groeien honderden soorten cactussen, uit Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. De meeste overleven hun baas: we hebben hier onder meer een echinocactus grusonii uit 1929. Hij heeft enorme gele stekels, zijn bijnaam is “schoonmoedersstoel”.
Een cactus bloeit alleen als hij denkt dat hij bijna doodgaat. Dan geeft hij bloemen, want nieuwe plantjes betekent: overleven. Je geeft hem snel veel te veel water. Maar je wordt met de jaren wijzer; in de winter geven we ze vrijwel niets. Als het ons lukt om ze te laten bloeien, vanaf het voorjaar tot in de zomermaanden – sommige één dag een bescheiden bloemetje, andere wekenlang en weelderig – dan zie je zo veel verschillende kleuren.
In de kas groeien ook vetplanten. Als je er een blaadje van afbreekt, kun je daar nieuwe mee kweken. In juli komen hier een heleboel kinderen, via hun Jeugdvakantiepaspoort. Die krijgen allemaal een vetplantje of cactus mee. Ik ben alvast begonnen met kweken.’