Voor de vierde keer interviewde ik bibliotheekbezoekers, voor de ‘Ik bieb’-reclamecampagne van Bibliotheek Rotterdam.
In opdracht van Stof Rotterdam.
‘Ik bieb tot in ’t oneindige’
Merel Wildschut (31)
Bij goeie Young Adultboeken heb je als lezer het gevoel: ‘dit gaat over mij’ of: ‘ik ben niet de enige’. Er verschijnen nu veel meer Young Adultboeken dan in de tijd dat ik zelf een ‘young adult’ was. Maar ik herinner me dat ik bijvoorbeeld Ted van Lieshouts Gebroeders las, over een jongen die erachter komt dat hij op jongens valt. Het gevoel van herkenning hoeft niet letterlijk te zijn, maar je kunt je identificeren met de hoofdpersoon en de dingen waar hij of zij mee worstelt.
Ook als dertigjarige
Een goed Young Adultboek kun je bovendien ook als dertigjarige lezen. Tuurlijk, de hoofdpersonen zijn jongeren, maar een goed verhaal wordt ook voor volwassen lezers geen moment kinderachtig. De scheidslijn tussen Young Adult-boeken en ‘gewone’ literatuur is soms dun. Ik lees beide graag, maar literatuur is vaak poëtischer, meer gericht op de taal zelf, en de dialogen zijn ingewikkelder. Het is soms toch een beetje elitair geneuzel, vind ik. Young Adult is toegankelijker.
The Hate U Give
De beste Young Adult-romans vind ik die waarin de schrijver moeilijke onderwerpen op een nuchtere, luchtige manier bespreekbaar maakt. Een goed voorbeeld hiervan is The Hate U Give, van Angie Thomas. Het gaat over een zwart meisje op een witte school; over racisme en geweld. Superheftige onderwerpen, maar toch heb ik ook gelachen tijdens het lezen.
Koffer
Ik las altijd al veel. Als kind had ik een ‘plusabo’ op de bieb, zodat ik extra veel boeken kon lenen. En op Terschelling, waar we vaak op vakantie gingen, was ik lid van de plaatselijke bibliotheek: ik had in mijn koffer nooit genoeg plek voor de hoeveelheid boeken die ik tijdens zo’n vakantie verslond.
Boeken tot het plafond
Ik lees nog steeds vaak en graag: zo’n twee boeken per week. Mijn boekenkast puilt uit, en op de schouw staat een stapel tot bijna aan het plafond. Ik lees overal. Thuis, maar ook in de trein, als ik ergens moet wachten, in het park, in koffietentjes. Ik ben niet gauw afgeleid; als ik lees zit ik een bepaalde ‘zone’ waar je me niet snel uit krijgt.
Met vrienden heb ik een soort boekenruilsysteem. Dan eten we samen, en wisselen we boeken uit. De volgende keer geef ik mijn exemplaar van The Hate U Give aan een vriendin. Zij heeft beloofd dat ze John Greenes Schildpadden tot in het oneindige voor me meeneemt. Daar verheug ik me nu al op.