Vier het met je vrienden

9 januari 2015

Waarover praat je met vrienden, aan het eind van het jaar, als je met elkaar in een huis op het Friese platteland zit?
‘Het zou mooi zijn als we het over politiek en de wereld zouden hebben,’ zei een van ons.
‘Zullen we eerst even luisteren naar hoe stil het is?’ vroeg een ander. Alle kinderen lagen in bed.
‘Kerstbiertje?’
‘Doe maar.’

We hadden het niet over politiek, maar over de juf op school die het fenomeen ‘schaapjes tellen’ aan de klas had uitgelegd. Ze had gezegd: als je het nou toch doet, tel dan in tweetallen, dan kan je dat meteen oefenen.
Het ging over de zwemles, waarvan niemand van ons snapt wat die kinderen driekwartier liggen te doen en hoelang het duurt voor je je A hebt.
En over dat heet water drinken ‘in’ is. ‘Een collega van me had acne,’ vertelde iemand, ‘en die ziet er nu veel beter uit.’

Het ging over of Youp van ’t Hek nou rechts of links is; hij ziet er VVD-ig uit maar had hij niet een keer meegedaan aan een campagne van Wakker Dier?’
‘Waarom kan VVD en Wakker dier niet tegelijk?’ vroeg iemand.
Dat leek heel even op politiek, maar algauw ging het over de rookmoeders bij de school op de hoek, die daar na half negen nog met elkaar staan te praten, zonder haast, omdat ze nergens heen hoeven.

We schonken nog wat in en smeerden crackertjes met stinkkaas, en door de rookmoeders kwamen we op de vraag: wat wil je veranderen in je leven?
Ruimdenkender worden was een optie, en de was op kleur selecteren ook. Beter nadenken over wat je eet en drinkt, misschien.
‘Ik zou vrij willen zijn,’ zei iemand.
‘Meer vakantiedagen?’
‘Nee, vríj.’
Je hoefde heus niet helemaal zelfvoorzienend te worden, zei hij, met zonnepanelen en een moestuin, en dat je nooit meer naar de grote Albert Heijn ging. Maar het zou fijn zijn als je minder afhankelijk was van bazen en vakantiedagen en de openingstijden van de crèche. Iemand knikte, ze zei: ‘Gewoon dat alles minder jachtig is.’

Maar plannen maken voor een ander leven leek lastiger dan vroeger. Je kon best plannen maken, natuurlijk, maar geen heel wilde of ondoordachte, want je was niet meer in je eentje.
Trouwens, wanneer zou je goed doordacht over een nieuw leven moeten nadenken? Sommigen van ons hadden niet eens tijd om ’s avonds te koken. Die maakten op zondag het eten voor maandag en dinsdag klaar, omdat ze te lang in de file staan om nog te koken.
Misschien was de kern van een nieuw leven dus om te beginnen: meer tijd.

Zou het helpen, voor de tijd en tegen de jachtigheid, als je in een dorp ging wonen, vroegen we ons af.
Geen files. De winkels op zondag dicht. Niet meer het eeuwige geraas van de snelweg op de achtergrond. Dat je kinderen urenlang door de weilanden struinen en thuiskomen met kikkerdril in een emmertje, terwijl jij intussen de krant helemaal hebt gelezen.
Maar wij wonen allemaal in de grote stad, en een dorp of stadje voelt als iets exotisch, iets voor andere mensen.

‘Ik ken iemand in een dorp, die zegt dat je alles met de auto moet doen,’ zei de een.
Een ander zei: ‘Ik ken iemand in een dorp, die kreeg ruzie met de buren die er al veel langer woonden.’
Misschien moest je naar Nieuw-Zeeland, bedachten we.
‘Of naar Ibiza,’ zei iemand.
‘Ja, en dan yogalessen geven en leren polsbandjes dragen, en dat je met je huis in de Linda. komt?’
‘Denk aan je ruimdenkendheid.’
‘Doe nog maar zo’n kerstbiertje.’

Misschien konden we met zijn allen zo’n gebouw kopen dat eigenlijk niet om te wonen is, en daar dan zelf huizen in maken.
Maar niet iedereen wilde klussen, en iemand vroeg ongerust: ‘Wel met een eigen voordeur, toch? Of wil je dan zo’n gemeenschappelijke ruimte?’

Toen zei een van ons: ‘Ik heb voor het eerst van mijn leven oudejaarsloten gekocht.’
Natuurlijk. Geld. Dat moesten we hebben. Of we nu gingen emigreren, naar een dorp verhuisden of in de grote stad bleven wonen. De volgende Oud & Nieuw vierden we dan op de Malediven.
‘En we kunnen iets aan onze keuken doen. Wij zijn dus de énigen die nog een losse koelkast hebben met een losse magnetron erop.’
‘Nou, mét geld kan je ook niet zoveel met dat keukentje van jullie.’

We dronken kerstbier en heet water en later champagne en keken naar het vuurwerk aan de horizon, en om half 2 ’s nachts boog degene met de loten zich over zijn telefoon en toetste zijn lotnummers in.
Op de site van de loterij verscheen een bericht:
“Hoera! Je hebt 5 euro gewonnen. Vier het samen met je vrienden!”
Dus dat deden we.

 

 

 

 


Reacties

Geef een reactie