Telkens als we een andere auto inhalen, kijkt hij naar rechts. Het valt me pas na een tijdje op. Ik zeg niks, en probeer uit te vinden wanneer hij wel kijkt en wanneer niet. Maar hij kijkt altijd.
Zelf kijk ik ook altijd, maar toch vraag ik na een halfuur: ‘Waarom kijk je zo?’
‘Dat is toch leuk?’ zegt hij verheugd.
‘Ja, maar,’ zeg ik.
‘Bij elke auto denk ik: wie zou daar nou weer in zitten?’ Hij heeft de blik van een kind dat een groot cadeau uitpakt.
We halen een vrachtwagen in, de bijrijder heeft zijn voeten op het dashboard. Samen kijken we naar zijn enkelsokjes, en we leefden nog lang en gelukkig.
Hier zaten we ook in de auto, en hier moest ik dealen met een driftig tolmannetje.
Foto © Christoph Stallkamp